De hoorn behoort tot de koperen blaasinstrumenten. Hij klinkt lager dan een trompet, maar hoger dan een trombone en tuba.
De zachte, warme, ronde toon en het grote bereik van de hoorn maakte het tot een favoriet van veel componisten, waaronder Mozart en Strauss. Het instrument heeft een smalle buis die in een spiraal is gewikkeld en uitmondt in een grote beker.
De moderne variant heeft drie of vier ventielen. De ventielen van de hoorn worden in tegenstelling met de andere koperblaasinstrumenten met de vingers van de linkerhand ingedrukt. De rechterhand stopt men in de klankbeker om het instrument vast te houden.
